Poeders en extracten verschillen van elkaar door het verschil in concentratie actief bestanddeel en het fabricageproces. Om de omrekening correct te bepalen, moet de verhouding tussen de gehaltes actief bestanddeel in beide producten gekend zijn.
In het assortiment van Fagron zijn er zowel droogextracten als gestandaardiseerde droogextracten beschikbaar.
De droogextracten worden volgens een farmacopee getest. Indien de gehaltebepaling hierin is opgenomen, kan het gehalte aan actief bestanddeel terug gevonden worden op het analysecertificaat.
Bij gestandaardiseerde droogextracten zal er een exact gehalte aan actief bestanddeel bepaald worden.
Bij niet-gestandaardiseerde droogextracten zal er binnen een bepaalde range getest worden. Er zal een minimum- en maximumgehalte terug te vinden zijn op het analysecertificaat.
Voor de plantenpoeders zijn er eveneens certificaten beschikbaar. Deze certificaten volgen de richtlijnen voor food producten. Hierdoor is er geen (exact) gehalte aan actief bestanddeel terug te vinden op deze documenten. In sommige gevallen beschikt de leverancier wel over deze informatie en kan dit bij hen opgevraagd worden. Voor het opvragen van deze informatie kunt u steeds terecht bij de klantendienst van Fagron met extra vermelding van het specifieke lotnummer van het betreffende product. Indien deze informatie niet beschikbaar is, maar als u toch een volledige analyse wenst, dan kan dit mits een toeslag.
Er kan besloten worden dat het niet altijd mogelijk is om een omrekening te maken zonder bijkomende analysekosten. Er wordt aangeraden om contact op te nemen met de behandelende arts en de gebruikelijke en maximale dosering na te gaan van de poeders en respectievelijke extracten. Indien u meer informatie wenst met betrekking tot de gebruikelijke doseringen kunt u ook steeds terecht bij de klantendienst van Fagron.
In het Fytotherapeutisch Compendium, samengesteld door Apr. J. Van Hellemont en uitgegeven door de Wetenschappelijke Dienst van APB, staat het volgende vermeld qua gebruikelijke dosis voor Rabarber:
Gestandaardiseerd extract: bevat 4% antraceenderivaten.
Radix rhei pulvis:
– als spijsverteringsbevorderend en tonifiërend middel: 50mg vóór de maaltijden; meermaals per dag
– als laxans, bij chronische obstipatie: 100 tot 200 mg; 2 tot 3 maal per dag
– als purgans (occasioneel gebruik): 1 tot 3g
Extractum rhei: 100 tot 300mg ’s avonds (laxans)
Extractum fluidum rhei: 1g ’s avonds
Tinctura rhei: 3g ’s avonds
Rheum officinale M.T. ; 80 druppels per keer
Sirupus rhei: per koffielepel, als kinderlaxans
Radix rhei nebulisaat (1:5): als tonicum, digestivum, adstringens en bij kinderdiarree: 25mg per gelule, 2 tot 3 gelules per dag vóór de maaltijden. Als laxans, 100mg per gelule; 1 gelule ’s avonds.
–
http://www.ema.europa.eu/docs/en_GB/document_library/Herbal_-_Community_herbal_monograph/2009/12/WC500018401.pdf
Posology The maximum daily dose of hydroxyanthracene glycosides is 30 mg.
Aan de hand hiervan kan de maximale dosis (lot per lot) bepaald worden.
Cascara:
Uit het ‘Fytotherapeutisch Compendium’ – Samengesteld door Apr. J. Van Hellemont (wetenschappelijke dienst APB):
Gebruik:
– Cortex ramnhi purshiani pulvis: 500mg tot 2g per keer; ‘s avonds
– Extractum rhamni purshianae: 150mg tot 500mg per keer; ‘s avonds
Rhamnus Frangula L. (vuilboom;sprokkenhout)
Uit het ‘Fytotherapeutisch Compendium’ – Samengesteld door Apr. J. Van Hellemont (wetenschappelijke dienst APB):
Cortex frangulae pulvis: 0,5g tot 1g per keer; 1 tot 2 maal per dag
Rhamnus frangulae cortex nebulisaat (1:7): 50 tot 150mg per gelule; 1 gelule bij het slapen gaan